VADER EN ZOON

Vorige week voetbalden voormalig Barcelonaster Rivaldo en zijn zoon Rivaldinho een potje in de Braziliaanse tweede divisie, in hetzelfde elftal. Beiden wisten zelfs het net te vinden. In één team ballen met je zoon. Wellicht nóg mooier dan samen voor de eerste keer naar het stadion gaan. Tot drie seizoenen geleden speelde ik in het eerste team van mijn voetbalclub. Daarna werd ik onderdeel van een bier-en-tieten-elftal. Echter, ieder jaar word ik nog enkele keren uitgenodigd om een wedstrijdje mee te doen met de grote jongens. Vanwege personele problemen in de voorhoede. Meer dan een helft kan mijn lichaam niet meer aan.

‘Hebben ze jou weer eens gebeld, opa?’

Ik laat de snotneuzenhoon gewoon over me heenkomen. Want ik heb ook zoons die voetballen. En ook ík zou niets liever willen dan ooit nog eens op het hoofdveld staan met één van mijn mannen. Samen onze clubkleuren verdedigen. Zolang ik af en toe word opgetrommeld, blijft die droom levend.

Mijn oudste telg is inmiddels elf jaar. Hij heeft dezelfde stijl als ik. Slalommen langs verdedigers en dan een voorzet geven, zodat een luie spits zijn doelpuntje mee kan pikken. Hij is rechts en ik links. Over een jaar of zes samen flitsen langs de zijlijn. Hij rechtsbuiten, ik linksbuiten. Een heerlijk scenario. Ik vrees alleen dat hij de hoofdmacht van ons cluppie niet gaat halen, omdat er andere verleidingen op de loer liggen. Gamen op z’n Playstation en luisteren naar de spannende avonturen van Enzo Knol. Straks de meisjes misschien.

Maar ik heb nog een ijzer in het vuur. Hij is acht en speelt in de F1. Wat minder talent dan z’n oudere broer, minder wendbaar ook. Maar een beer van een kereltje. De groeicurve van de schoolarts geeft aan dat hij later langer gaat worden dan 2 meter. En waarschijnlijk net zo breed. Als hij de komende jaren in hetzelfde tempo snoepzakken blijft eten tenminste. Altijd aan het voetballen. Liefst van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat. Bloedfanatiek is-tie, willen winnen. Hij is in de verdediging op z’n best. Spitsen opvreten. Als het niet goedschiks gaat dan maar kwaadschiks. De beuk erin. De bal en indien nodig de man. Ook onnodig overigens. Geen probleem, graag zelfs. Tegen de tijd dat hij de leeftijd heeft bereikt om de overstap naar de senioren te maken, ben ik bijna 50.

Helaas. Dat is te oud om opstootjes te sussen.

VADER EN ZOON